Een nationale investerings- en innovatiebank is broodnodig
Oproep tot snelle oprichting van een nationale investerings- en innovatiebank
Vijftig vooraanstaande mensen uit de Nederlandse economie, het bestuur en de samenleving roepen op niet langer te dralen met het oprichten van een nationale investerings- en innovatiebank. Nederland staat voor grote transities op het gebied van digitalisering, energieopwekking en -distributie, voor de uitbouw van onze defensie en de hervorming van landbouw en voedselproductie, en moet zorgen voor een gezond technologieklimaat waarin innovatieve bedrijven kunnen groeien, bloeien en blijven en waarin onze data veilig zijn.
Zo’n nationale investeringsbank kan bijvoorbeeld met 10 miljard aan eigen vermogen door leverage (buiten EMU-tekort en -schuld) ruimte creëren voor financiering van in totaal meer dan 100 miljard. Samen met private co-financiering zelfs voor een veelvoud daarvan. Het gaat om financiering in de vorm van kredieten en risicodragende participatie, in plaats van de bij gebrek aan een nationale investeringsbank in ons land veelal gebruikelijke subsidies. Kredieten moeten worden terugbetaald, waarmee weer andere bedrijven kunnen worden geholpen. Subsidies komen niet meer terug in de kas van de minister van Financiën.
Financiele ruimte voor investeringen
De wereld staat op zijn kop en we moeten in Europa snel handelen om onze leidende rol in een turbulente wereld te handhaven. Dat geldt ook voor Nederland, maar hier ontbeert de overheid voldoende slagkracht en financiële middelen voor doortastend, professioneel en effectief investeren wanneer dat nodig is. De organisatie van de rijksoverheid en de gestelde kaders van de overheidsfinanciën zijn niet ingericht op deze uitdagingen.
in het kort
Soulaas tegen versnippering
Terwijl op korte termijn honderden miljarden voor de grote transities (digitalisering met AI, energie en klimaat, wederopbouw defensie, landbouw en natuur) nodig zijn, komt de overheid met een versnipperd en volstrekt ontoereikend aanbod. Een solide investeringsbank biedt een eerste soelaas.
Kredietverstrekking door een nationale investeringsbank betekent dat met elke door de minister van Financiën ingelegde euro, tien euro aan kredieten financiering kan worden verstrekt. Dat is 10 op 1, bij leningen en subsidies van de overheid is dat 1 op 1. Door garantstelling door de Nederlandse Staat kan vrijwel geen enkele partij tegen zulke lage rentetarieven geld aantrekken.
De kosten van investeringen worden niet in keer genomen maar over de gebruikstermijn gespreid.
Geen impact op EMU schuld en tekort
Door uitvoering door bankiers en industrie-experts op afstand van de overheid is er geen impact op EMU-tekort en -schuld.
Noch bezuinigen, noch lasten verzwaren
De benodigde investeringen worden niet meer weggedrukt door „lopende uitgaven“ zoals zorg, sociale zekerheid en koopkracht. Belastingen hoeven voor investeringen via de nationale investeringsbank niet te worden verhoogd.
Medicijn tegen marktfalen
Private banken alleen bieden onvoldoende alternatief, de risico’s en benodigde bedragen zijn te groot en te langlopend en te geconcentreerd om op de balans te hebben. Wel biedt co-financiering door een nationale investeringsbank perspectieven voor private banken. De nationale investeringsbank werkt uitsluitend aanvullend aan de markt. Zij financiert alleen daar waar de markt het niet alleen kan, en spant zich in om marktfalen op te lossen zodat de markt het kan doen en de nationale investeringsbank zich weer elders kan gaan inzetten. Die discipline wordt stevig verankerd in de governance van deze nieuwe overheidsinstelling.
Bovendien meer institutioneel geld
Geld gemanaged door professionals trekt geld van professionals aan. Een enorm potentieel aan geld van banken, verzekeraars en pensioenfondsen wordt voor co-financiering aangeboord. De EIB krijgt een professionele gesprekspartner in Nederland. De Draghi oproep wordt door Nederland op deze manier overtuigend beantwoord.
geen halve maatregelen
Essentieel is dat er een aanzienlijke omvang ontstaat, anders heeft de hervorming geen zin. Zonder een eigen nationale investeringsbank loopt Nederland steeds meer achter bij andere landen. Om die achterstand weg te werken zijn kleine stapjes niet toereikend. Nodig is de ambitie om zo spoedig mogelijk en overtuigend aan te haken. Om de gedachten te bepalen: KfW en Bpifrance omgerekend naar de omvang van de Nederlandse economie zou een eigen vermogen voor de Nederlandse nationale investeringsbank betekenen in de orde van 10-12 miljard. Uitgewerkt moet worden wat gegeven de missie en behoeften in ons land nodig is, en wat er al beschikbaar is van deelnemende instellingen . Zo ontstaat financieringsruimte tot wel 100 miljard of meer. In combinatie met co-financiering door private partijen zoals pensioenfondsen, andere institutionele beleggers en kapitaalmarktfondsen resulteert een impuls die nog aanzienlijk groter is.
Randvoorwaarden voor succes
Een heldere publieke taak
Een stevige verankering binnen de rijksoverheid zodat de bank effectief kan opereren voor de publieke zaak. Dat betekent dat alle departementen die als opdrachtgever betrokken zijn hun rol moeten kunnen spelen.
Bankiers, geen ambtenaren.
Op het gebied van bancaire en industriële expertise kan de nationale investeringsbank zich meten met professionele marktpartijen. Vanwege de publieke missie dient er een goede antenne voor de publieke zaak te zijn, maar de benodigde professionaliteit van de bezetting is financieel en bedrijfsmatig van aard en daarmee wezenlijk anders dan die van een beleidsdepartement. Om als professionele financiële instelling van de grond te kunnen komen dient het zwaartepunt van de bezetting op alle niveaus te worden gezocht in marktervaring. Ter vergelijking: alle bestuursleden van de Duitse KfW komen uit het bedrijfsleven, met name uit het bankwezen, en niet één uit de publieke sector.
Buiten EMU tekort en schuld door at arms length
De bank opereert op afstand van de rijksoverheid als een professionele financiële instelling, gebonden door een publieke opdracht en een financieel mandaat (redelijk maatschappelijk- en financieel rendement). At arm’s length van de overheid is ook noodzakelijk om de bank buiten EMU-tekort en -schuld te laten vallen.
Projectorganisatie buiten bestaande instellingen
De urgentie betekent dat een geleidelijke, middellange termijn ingroei niet voldoet. Nodig is een slagvaardige en professionele projectorganisatie buiten de potentieel deelnemende, bestaande partijen en die in opdracht van de minister van Financiën voortvarend te werk gaat. Opdracht is zo snel mogelijk te komen tot een volwaardige instelling die zich kan gaan meten met vergelijkbare instellingen in omringende landen. Een separate projectorganisatie die losstaat van deelnemende partijen kan zich met volle ambitie en kracht richten op de zo spoedige mogelijke totstandbrenging van de nieuwe structuur.
Geen verdringing van private banken
De governance is erop ingesteld dat de bank aanvullend werkt aan de markt zodat geen risico bestaat van verdringing van of oneigenlijke concurrentie voor marktpartijen. Integendeel, de nationale investeringsbank moet marktfalen ondervangen en waar mogelijk verhelpen door zichzelf daar overbodig te maken. Voor private banken is de nationale investeringsbank een professionele partner voor publiek-private financiering.
Minstens 10 miljard eigen vermogen
Een eigen vermogen van minstens 10 miljard euro is een benedengrens. Daarmee kan 100 miljoen euro aan kredieten worden vertrekt. In co-financiering met institutionele beleggers kan dit bedrag nog eens worden verdubbeld. In deze orde van grootte moet gedacht worden om de grote transitieprojecten op gang te kunnen brengen en de Nederlandse economie internationaal concurrerend te houden.
EIB EN Pensioenfondsen
Nederland beschikt, anders dan andere Europese landen, niet over een slagvaardige nationale investeringsbank. Daardoor ontbreekt een krachtig overheidsvehikel om de energietransitie, de defensie-industrie en de landbouwtransitie, gedragen door toenemende digitalisering, te financieren; missen nieuwe initiatieven door jonge en reeds bestaande Nederlandse bedrijven de financiering om te groeien zonder in buitenlandse handen te verdwijnen; mist Nederland de boot bij het aantrekken van Europese gelden die via de EIB worden verdeeld; en missen pensioenfondsen en andere private investeerders een aanspreekpunt bij de overheid dat op een zakelijke manier grootschalige co-financiering kan mobiliseren.
op afstand
Ministeries en medeoverheden kennen een scala aan eigen financieringsinstellingen. Deze versnippering is niet alleen kostbaar, bovendien schieten expertise en slagkracht tekort en missen deze instellingen directe toegang tot de internationale geld- enkapitaalmarkt. Bundeling binnen een krachtige financiële groep, geïnspireerd door het Duitse KfW en het Franse Bpifrance, creëert ook in Nederland een slagvaardige nationale investeringsbank. Dit is een professionele bank met een publieke missie en een door de politiek bepaald mandaat, maar in de uitvoering op afstand van de politiek, bij wet onder toezicht van DNB. Onder toezicht van de minister van Financiën is dit een goed uitvoerbare hervorming, op korte termijn te operationaliseren.
Bundeling creert
slagvaardigheid
INvesteringsbank versus huidige situatie
Reikwijdte
Wat zijn de opgaven
Huidige situatie
investeringsbank
Ondernemings- en exportfinanciering
Gebundelde financiële slagkracht voor opschaling van scaleups
Energie- en grondstoffen-financiering
Voorfinanciering van transport-capaciteit electriciteit, waterstof, warmte en CO2
Digitalisering met Artificiële Intelligentie (AI)
Investeringen in AI-toepassing op basis van sterke uitgangspositie semiconductor technologie
Mobiliteitsinfra-structuur
Investeringen voor weg-, spoor- en waterinfrastructuur
Financiering defensie-industrie gebruikmakend van sterke uitgangspositie semiconductor technologie
Landbouwtranstitie en Natuurherstel
Financiering van transitie landbouw naar minder stikstofuitstoot, nieuwe technologie in agrarisch bedrijf, natuurherstel
Financiering opgave woningbouw
INitiatiefnemers
Theo Henrar, Hans van Ierland, Jeroen Kremers, Neelie Kroes, Cees Oudshoorn, Peter Wennink en Ronald Florisson (Communicatie).